Het hoogveenlandschap

 

Een hoogveenlandschap is van nature opgebouwd uit verschillende onderdelen. Ze zijn hieronder aangegeven op de luchtfoto van een hoogveen in Ierland en in de schematische dwarsdoorsnede eronder.

 

Een hoogveen is ingebed in het omringende landschap. De eigenschappen van de omgeving van het hoogveen, zoals het reliëf en toestroming van water, bepalen de grootte en vorm van het hoogveen, alsook de mogelijkheden voor herstel. Het hoogveenlandschap wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van één of meerdere hoogveenkernen, waar veenmossen domineren. De hoogveenrand is het buitenste deel van de hoogveenkern, waar het veen(mos)pakket geleidelijk dunner wordt en vaak afhelt naar de omgeving van de hoogveenkern. In ongestoorde hoogveenlandschappen bevinden zich overgangen (gradiënten) tussen de kernen en het omringende landschap: de zogenaamde ‘lagg’ (term vanuit het Zweeds), of een andere vorm van overgangszone, bijvoorbeeld met een overgangsveen en laagveen of moeras. De omstandigheden gaan daarin over van zuur en extreem voedselarm naar meer gebufferd en voedselrijker. Deze overgangssituaties vormen een belangrijk leefgebied voor bedreigde, kenmerkende soorten van hoogveenlandschappen, zoals de Veenmosorchis (Hammarbya paludosa), de Veenbesparelmoervlinder (Boloria aquilonaris), het Veenbesblauwtje (Plebejus optilete), de Speerwaterjuffer (Coenagrion hastulatum) en de Hoogveenglanslibel (Somatochlora arctica). 

Girley Bog (Co. Meath, Ierland). Dit hoogveen is duidelijk aangetast door ontwatering, turfwinning en bosbouw,

maar de verschillende onderdelen zijn nog wel te herkennen.

 

Doorsnede hoogveenlandschap


Een schematische dwarsdoorsnede door een hoogveenlandschap, aangepaste versie  van een afbeelding uit een Deens rapport over hoogveenherstel.


Schaalniveaus

 

De ruimtelijke variatie en structuren in het hoogveenlandschap worden in de praktijk van het onderzoek en herstelbeheer vaak onderscheiden op drie verschillende schaalniveaus:

  • macroschaal
  • mesoschaal
  • microschaal.

De macroschaal omvat het hoogveen (bestaande uit één of meer hoogveenkernen), het omringende landschap en de inbedding van het hoogveen daarin. De mesoschaal omvat alleen het hoogveen zelf en de microschaal betreft de variatie in structuren binnen een hoogveenkern: veenmosbulten, slenken, poelen.

 

Een verdere beschrijving van schaalniveaus in hoogveenlandschappen is te vinden in het OBN-rapport "Duurzaam herstel van hoogveenlandschappen". 

Overgang vanuit de hoogveenkern (rechts), via overgangsveen met o.a. veel Veenbloembies

(Scheuchzeria palustris) en een Veenmosrietland (links), naar een Elzenbroekbos (Nigula, Estland).