Mariapeel en Deurnse Peel

 

Beheerder Staatsbosbeheer
Provincie Noord-Brabant, Limburg
Gemeente Deurne, Horst a/d Maas, Sevenum, Venray
Oppervlakte 2.736 ha
Natura 2000 gebiedsinformatie www.synbiosys.alterra.nl/natura2000/gebiedendatabase
Landschapsecologische karakterisering Restant van vroeger uitgestrekte hoogveengebieden op de grens van Limburg en Noord-Brabant. De Mariapeel en Deurnsche Peel zijn restanten van een groter veengebied met verschillende hoogveenkernen die zich op de Peelhorst hebben ontwikkeld boven waterkerende lagen (Brabantse leem en daaronder de
formatie van Asten). De venen werden in het oosten begrensd door de Maas en in het westen door de Aa. De Mariapeel en Deurnsche Peel waren in het
verleden verbonden met de Grote Peel en de Kempense venen. De Mariapeel (aan de oostzijde) en de Deurnse Peel (aan de westzijde) zijn van elkaar gescheiden door de Helenavaart en een strook landbouwontginningsgebied (nu grotendeels weer vernat en omvorming naar natuur). De Mariapeel en Deurnsche Peel liggen op de Peelhorst, een gebied dat aan weerszijden begrensd is door geologische breukzones in de ondergrond en langzaam omhoog komt. De Peelrandbreuk die langs de zuidwestzijde van de Deurnsche Peel loopt scheidt de Peelhorst van de Roerdalslenk, een geologisch dalingsgebied (met daarin de Groote Peel). De Peelrandbreuk vormt een slecht doorlatende wand als gevolg van versmering tijdens het ontstaan van de breuk. In zowel Mariapeel als Deurnsche Peel komen dekzandruggen voor en beide zijn grotendeels grootschalig machinaal verveend. Waar kleinschalige boerenontginning plaatsvond ontstond een mozaïek van veenputten. In een deel van deze putten hebben hoogveenvegetaties zich kunnen handhaven. De Mariapeel is reliëfrijk, de Deurnse Peel is vlakker. In beide gebieden zijn nu vroege fasen van hoogveenontwikkeling te zien. De veendikte varieert sterk (tot ongeveer 4 meter in de ‘hoge ruggen’ in het noorden van de Deurnse Peel). Het is niet duidelijk of voor het functioneren van beide hoogveengebieden (m.b.t. wegzijging, waterstandsdydnamiek, grondwater in de veenbasis) naast de geplande uitbreidingen nog meer buffergebied nodig is. Er loopt een studie naar de noodzaak van extra bufferzones. Er worden nu plannen uitgewerkt voor het plaatsen van kwelschermen om de stabiliteit van het peil te ondersteunen.
Huidige samenhang met de omgeving Gebieden liggen nog vrij geïsoleerd, de mogelijkheden voor natuurlijk overgangen naar de omgeving zijn nog niet in beeld. Binnen de gebieden zijn door schaal en structuur wel mogelijkheden voor landschapsecologisch herstel op mesoniveau.
Vernattingsmaatregelen in de omgeving In de jaren ’80 werden plastic folieschermen aangebracht in de Mariapeel, in de Driehonderd Bunders over honderden meters lengte op de grens tussen reservaat en inliggende enclave (inmiddels verworven); ook in het Mariaveen op de grens van het reservaat. In de middenzone tussen Mariapeel en Deurnse Peel zijn gronden verworven, ingericht en hogere peilen ingesteld om de hydrologie van het geheel te verbeteren, wegzijging verder te verminderen enz..  Ook aan de westzijde van de Deurnse Peel zal uitbreiding plaatsvinden; hiervoor worden plannen nader uitgewerkt. Aan de oostkant van de Mariapeel ontbreekt een bufferzone nog grotendeels. Aan de noordzijde is een landbouwenclave verworven en samen met het deelgebied Grauwveen vernat.
Indicatie belangrijkste recente veranderingen vegetatie (hoogveendeel) De compartimentering in de Mariapeel heeft geleid tot > 60% uitbreiding van de vroege fasen van hoogveenontwikkeling (Spagnum cuspidatum fasen). Het natter worden (tenminste ten dele tgv van natte jaren vanaf 1998) in de Deurnse Peel heeft in hoofdlijnen hetzelfde gevolg gehad. In beide gebieden spelen vergeleken met andere hoogveenrestanten flinke eutrofiëringsproblemen (Pijpenstrootjesvelden in de grootschalig verveende delen).. Niettemin is de vooruitgang duidelijk. Onder meer zijn Wolfsklauwsoorten die waren verdwenen teruggekeerd. In veel veenputten weer Fraai veenmos, en in veenputcomplexen waar zij voor de compartimentering ook voorkwamen, ook Hoogveenveenmos en Wrattig veenmos. Hoogveenveenmos oogt veel levenskrachtiger, toename in groeiplekken én ontwikkeling van tapijten met plaatselijk bultvorming.
Levend hoogveen (situatie 2013 - Jansen e.a. 2014) Er is op 1 locatie Actief hoogveen aangetroffen: hier is veenvormende vegetatie op voldoende grote schaal aanwezig. De verwachting is dat het areaal H7110-A zich  sterk zal uitbreiden na de herstelmaatregelen die nu in uitvoering zijn (LIFE+ project) of gepland zijn.
Uitgangssituatie en herstelstrategie  Hydrologie
Bij aankoop waren de Pelen zeer sterk verdroogd. Alleen in enkele veenputten waren nog hoogveensoorten aanwezig. Op veel plaatsen structuren met een drainerend effect: wijken, sloten, greppels enz. De ontwaterde omgeving draineert ook sterk,  regionale grondwaterstanden zijn laag. Wel komen in de Pelen interessante gradiënten voor van zandruggen naar veen met een gunstige hellingshoek en lange stroombaanlengtes. Na verwerving door SBB is de hydrologie (waterpeilen, wegzijging etc) nog veel verder verslechterd door ruilverkaveling; nu is deze situatie verbeterd maar het gaat om een gedeeltelijk herstel, nog geen verbetering t.o.v. de situatie vóór 1973. Veenputten dateren uit de 18de eeuw, er is geen bolster teruggestort.
Restveentypering & sleutelsoorten
Veendikte (alleen zwartveen) varieert sterk maar is grotendeels te dun om een beperking van de wegzijging te bewerkstelligen (wel tot ca.  4 m dik in de ‘hoge ruggen’ in het noorden van de Deurnse Peel ). Smeerlaag onder het veen is grotendeels wel intact. In veenputten weer Fraai veenmos, ook tapijten/bulten van Hoogveen-veenmos en Wrattig veenmos.
Herstelstrategie
Door middel van compartimentering (met name Mariapeel) en kaden langs de lage delen langs wegen en buitengrenzen wordt getracht onnodig waterverlies te voorkomen en voldoende hoge en stabiele waterpeilen te realiseren. In Mariapeel nu verfijning van de compartimentering. In Deurnse Peel vanaf 2005 eerste ingrepen ten behoeve van compartimentering. Door gebiedsuitbreiding en hydrologische ingrepen in de omgeving wordt een verdere verbetering van de hydrologie nagestreefd. Verder gaan met het verwijderen van interne drainage en peilverhoging is gepland na vertrek van de landbouw.
Door variatie in hoogte ligging is in de meeste compartimenten in de Mariapeel sprake van vernatting tot aan maaiveld tot diepe inundatie.
Dammen in en rond het hoogveen Compartimentering in de Mariapeel (1995-1998) door middel van dammen en gebruik makend van het reliëf. De compartimenten hebben een peil dat geregeld kan worden. Dammetjes zijn in sloten en in gaten in dijken en kades gelegd als hindernis voor de waterafvoer. In de Mariapeel is nadien een verfijning van de compartimentering uitgevoerd. Kaden zijn in de Deurnse Peel aangelegd in de jaren 1980-1998. Daarbij is geen compartimentering gemaakt, maar zijn wel deelgebieden ontstaan a.g.v. het reliëf. Het waterpeil is niet regelbaar. Kaden liggen op het maaiveld.
Technische aspecten constructie dammen In de Mariapeel is bij de compartmentering in (1995-98) voor een deel van de dammen een nieuwe techniek van damaanleg toegepast. In het veen werd een sleuf gegraven. In de sleuf werd zand aangebracht en het veen werd aan de kant met de hoge waterstand tegen het zandlichaam gelegd. Na een jaar waren de dammen voldoende waterkerend en aangenomen wordt dat dit komt door “inspoeling” van colloïdale deeltjes. Voor de afvoer dienen duikers met haakse bochten.
Uitvoeringsaspecten dammen De dammen zijn voor 80-90% gemaakt van lokaal materiaal. Zand is afkomstig uit nabij gelegen (o.a. natuurontw.) gebied. Kades in Deurnse Peel bestaan uit zwartveen.
Het peil steeg sneller dan verwacht (hangt samen met de vele natte jaren vanaf 1998) en snel actief aanpassen (verlagen) is lastig (peil is vastgelegd in provinciaal peilbesluit). Afstroming vindt plaats ih NO, in Kabroekse Beek. Na 1998 is de neerslaghoeveelheid 1,5 a 2x zo groot dan daarvoor (nu rond 800-900 mm en geen inzinkingen)! In compartiment 3 is het streefpeil in 2003 verlaagd, was daarvoor ad hoge kant. 
Effectiviteit van aangelegde dammen en kades In de Mariapeel deden en doen de dammen hun werk naar tevredenheid; de constructie van zand met veen is goed. Voordeel is dat er geen leem nodig is, dat niet altijd gemakkelijk verkrijgbaar is. De afvoerbuizen echter voeren overtollig water bij neerslagpieken niet snel genoeg af, waardoor waterpeil onverwacht snel toenam; hangt wel samen met de vele natte jaren vanaf 1998; peilherstel naar streefpeil is in belang van het hoogveen binnen twee dagen wenselijk. De haakse bochten werken vertragend en ook was vaak slechts een afvoerpunt per compartiment aangelegd, terwijl blijkt dat er 2-3 gewenst zijn voor voldoende afvoer bij grote neerslaghoeveeheden. Daarom zijn nieuwe afvoerpunten gemaakt en oude afvoerpunten vernieuwd: buizen vervangen door stuwen met vierkante bak en putje.
Afdammen en dempen van sloten en greppels  Deels zijn sloten en greppels gedicht, maar een zeer groot deel is nog aanwezig. Tevens zijn dammetjes in sloten / gaten gelegd als hindernis voor de waterafvoer. In het kader van een LIFE+-project worden nu wijken en sloten gedempt, verondiept of afgedamd.
Instandhoudingsbeheer (terugkerend/blijvend)

Begrazing: geiten, schapen

In het kader van het lopende LIFE+-project wordt de exoot Amerikaanse Trosbosbes verwijderd uit het gebied, vanwege de negatieve effecten op het hoogveen. De komende tijd zal nazorg plaats moeten vinden om nieuwe opslag van deze soort tegen te gaan. 

PAS-herstelstrategie voor het gebied http://pas.natura2000.nl/files/139-140_deurnsche-peel-en-mp-groote-peel_gebiedsanalyse_19-11-2015_ez.pdf
Contactpersoon/contactgegevens Martin Carree

 

Laatst gewijzigd februari 2017.