Korenburgerveen

 

Beheerder Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, particulieren
Provincie Gelderland
Gemeente Oost Gelre, Winterswijk
Oppervlakte 509 ha
Natura 2000 gebiedsinformatie www.synbiosys.alterra.nl/natura2000/gebiedendatabase
Landschapsecologische karakterisering Komveen in een depressie binnen een landschap, ontstaan uit het oerdal van de Schaarsbeek, dat grofweg van west naar oost hoger wordt. Voor de vervening vormde het gebied een gaaf, open veencomplex met voeding door neerslag, ondiep en regionaal grondwater, met diverse gradiënten in waterkwaliteit. De hoogkern was boomloos en bestond uit een patroon van slenken en bulten. Aan de rand van de laagte (met name in het zuidoostelijk deel) trad basenrijke kwel op en vanuit de hoogveenkern stroomde basenarm water toe. Door de basenrijkdom kwamen in deze zone Elzenbroekbos, Blauwgrasland en Kalkmoeras tot ontwikkeling. Nog steeds komen in het Korenburgerveen mooie broekbossen en Blauwgraslanden voor, zij het niet in de omvang en kwaliteit van weleer. Er kwamen vanouds bijzonder soortenrijke contact- en overgangszones voor. 
Huidige samenhang met de omgeving Randzones deels verworven waarmee een hydrologische buffer is gecreëerd, maar deze is niet sluitend rondom het gebied. De verworven randzones zijn ook nog niet zodanig substantieel dat van een echt landschapsecologisch herstel kan worden gesproken. In potentie liggen hier echter wel de grootste kansen bij een geringe uitbreiding (binnen de bestaande EHS) aan de oost en westkant van het gebied. Binnen natuurgebied zijn overgangen aanwezig naar rijkere delen met o.a. blauwgraslanden, nauwelijks verbindingen naar andere natuurgebieden.
Vernattingsmaatregelen in de omgeving In de noordelijke en westelijke randzone zijn gronden verworven, doch niet alle gronden binnen de hydrologische waterscheiding. In m.n. westelijke deel is slootpeil verhoogd. Door aanwezigheid van landbouwenclave aan noord- en noordoostzijde kunnen hier vernattingsmaatregelen niet volledig worden uitgevoerd. Bemesting in randzone stopgezet en percelen zijn verworven. De landbouwontwatering via de spoorsloot is omgeleid waarmee de belasting met landbouwwater werd beëindigd. In de Schaarsbeek is een stuw aangelegd, de beek is verondiept en er is een parallelsloot gegraven. 
Indicatie belangrijkste recente veranderingen vegetatie (hoogveendeel) De inrichtingsmaatregelen hebben grote veranderingen teweeg gebracht in de vegetatie. De vegetaties betreffen veelal nog wel rompgemeenschappen van de klasse der hoogveenslenken of de klasse der hoogveenbulten en natte heiden. In beide klassen is de bedekking aan veenmossen flink toegenomen en ook andere soorten van hoogveenbulten of slenken zijn toegenomen (A&W, 2005 en Aptroot, 2009). In het centrale deel van het Meddose Veen is de afwisseling van veenputten en –kades nog wel voelbaar, maar nauwelijks te zien. Hoogveenmos heeft zich op diverse nieuwe plekken in het Meddose Veen gevestigd en komt lokaal ook voor in het Vragenderveen. M.n. de rompgemeenschap van Eenarig wollegras is sterk toegenomen. Er zijn ook grote stukken die geen ontwikkeling van het aandeel veenmos van hoogveenbulten vertonen. De rompgemeenschap met Pijpenstrootje komt nog vrij algemeen voor.
Levend hoogveen (situatie 2013 - Jansen e.a. 2014) In het Korenburgerveen werd op 4 plaatsen in voormalige complexen van veenputten Actief hoogveen gevonden met een totale oppervlakte van 0,15 hectare. Op veel plekken is sprake van herstel van bultvormende begroeiingen, zowel onder ijle berkenbegroeiingen als daarbuiten. In de ijle berkenbegroeiingen komen zowel Hoogveen-veenmos als Wrattig veenmos voor, maar ook de minerotrafente veenmossen Gewoon veenmos en Gewimperd veenmos. Fraai veenmos vormt er veldjes. Deze begroeiingen voldeden echter (nog) niet aan de criteria voor H7110_A, maar de verwachting is dat binnen een decennium delen van deze begroeiingen tot H7110_A kunnen worden gerekend. 
Uitgangssituatie en herstelstrategie   Hydrologie
Meddose Veen: Waterstandsfluctuaties in gemiddelde jaren beperkt tot 10-20 cm, naar randen relatief groot tot 80 cm. Op een aantal locaties (m.n. aan de noordkant) komt gebiedsvreemd (voedselrijk) water het gebied in via oppervlakkige afstroming en via grondwater.
Vragenderveen: In centrale deel relatief kleine waterstandsfluctuaties (<10 cm), richting randen neemt fluctuatie toe tot 30 a 80 cm. Door lange veenputtenstructuur met niet-aaneengesloten restdammen is laterale afvoer groot. Door de aanwezigheid van gyttja speelt wegzijging beperkte rol (m.u.v. plekken waar gyttja beschadigd is en bij dekzandopduikingen).
Restveentypering & sleutelsoorten
Meddose Veen: In centraal gelegen putten gerijpt veenmosveen, verder gerijpt en veraard overig restveen (m.n. zeggeveen en broekveen). Veendikte 40-120 cm, plaatselijk > 120 cm. Bultvormende veenmossen aanwezig.
Vragenderveen: In puttencomplex veenmosveen (witveen), deels in meer of mindere mate gerijpt en beperkt ook veraard. Verder overig gerijpt restveen (zeggeveen en broekveen). Veendikte > 120 cm, naar randen dunner (40-80 cm). Bultvormende veenmossen aanwezig.
Herstelstrategie
Doel is door herstel van de standplaatscondities van hoogveensoorten en hoogveengemeenschappen ontwikkelen van hydrologisch zelfregulerend hoogveensysteem op gebiedsschaal. Herstel standplaatscondities door opstuwing van het waterpeil tot iets boven maaiveld (lichte inundatie), door het stremmen van de oppervlakkige afvoer, hetgeen naast grondwaterstandstijging ook leidt tot demping van de fluctuatie. Inmiddels is duidelijk dat ook de (kalkrijke) kwel hersteld dient te worden, door maatregelen in de directe omgeving.
Daarnaast het kappen/verwijderen van berkenopslag om ongewenst waterverlies te voorkomen.
Dammen in en rond het hoogveen  - Meddose Veen: T.b.v. het reduceren van waterafvoer uit het veen zijn in 2000 dammen en damwanden geplaatst aan de benedenstroomse zijde van veenkommen waarmee trapsgewijze opstuwing is ontstaan. Voor externe afvoer zijn stuwtjes aangebracht. Peil is geleidelijk opgezet en wordt beheerd.
- Vragenderveen: Tussen 2001-2003 is een stelsel van dammen aangelegd waarmee hydrologische compartimenten zijn ontstaan met trapsgewijs opstuwing. In de houten damwanden is een overlaat aangebracht, zodat het waterpeil nauwkeurig kan worden afgestemd. Peil is geleidelijk opgezet en wordt beheerd.
Technische aspecten constructie dammen

 - Meddose Veen: Damwanden van eikenhout, gefundeerd op zand ondergrond afgedekt met laag grond.

- Vragenderveen: Damwanden van Plato-hout (geplatoni-seerd vurenhout) gefundeerd op zandondergrond, niet afgedekt. Langs deel van de damwand zijn schoorpalen/steunbalken aangebracht omdat bij opzetten van waterstand bleek dat damwand ging wijken in slappe veenbodem.

Uitvoeringsaspecten dammen

- Meddose Veen: Hout over veenbodem aangevoerd en op locatie zijn planken op plaats getrild en vastgezet. Door vele rijden is ondergrond beschadigd.
Initieel peil 10-30 cm, daarna tweejaarlijks bekijken of en hoeveel het peil verder kan/moet stijgen.

- Vragender Veen: Een helikopter bracht damhout in afgepaste pakketjes naar gewenste plek, waar een kleine kraan ze op hun plaats trilde en vast zette. Peil conform Meddose Veen. 

Effectiviteit van aangelegde dammen en kades In Meddose Veen gebruikte eikenhout minder duurzaam dan het in Vragenderveen gebruikte Plato-hout; daarom moest hout in Meddose Veen worden afgedekt met grond. Damwanden moesten worden gestut, omdat ze gingen wijken door de waterdruk. Inmiddels op enkele plekken lekkages onder dammenwanden door, het fenomeen piping wat onstaat bij een grote stijghoogte gradiënt aan weerszijden van de damwand. De sterke grondwaterstroming neemt dan zand mee en er ontstaat een gang onder de damwand. Door de vele rijbewegingen in Meddose Veen is de ondergrond, ondanks voorzorgsmaatregelen, beschadigd. Daarom is in het Vragenderveen gekozen voor aanvoer door de lucht (helikopter), wat een goed alternatief bleek, maar wel kostbaar is. 
Afdammen en dempen van sloten en greppels  In periode voorafgaand aan dammen en damwanden zijn secundaire waterlopen gedempt, zijn in de Korenburgersloot aan westgrens drempels aangebracht en is de Spoorsloot midden door gebied deels afgedamd. In de Schaarsbeek een stuw geplaatst, verondiept en parallelsloot gegraven voor afvoer landbouwwater. Bij het aanleggen van de compartimenten zijn ook diverse sloten en greppels gedempt.
Instandhoudingsbeheer (terugkerend/blijvend) Begrazing van graslanden rondom het veen.
PAS-herstelstrategie voor het gebied http://pas.natura2000.nl/files/061_korenburgerveen_gebiedsanalyse_12-11-2015_gl.pdf
Contactpersoon/contactgegevens Robert Ketelaar, Evert Kok

 

Laatst gewijzigd februari 2017.