Hoe werkt een hoogveen?

 

Hoogvenen zijn ingewikkelde systemen. Water is essentieel voor hoogvenen, zowel voor de ontwikkeling, als voor de instandhouding en het herstel ervan. Voor hoogvenen is het noodzakelijk dat regenwater het hele jaar door beschikbaar is voor de planten. Ook in droge perioden, waarin het weinig regent, moet het nat genoeg zijn. De veenmossen en het veenpakket spelen daarin een onmisbare rol. 

Voor een goed begrip van het functioneren van een hoogveen is het essentieel om te begrijpen dat veen, planten en water nauw met elkaar samenhangen en helemaal van elkaar afhankelijk zijn.

  • De planten (en vooral de veenmossen) bepalen de vorming van het veen en de eigenschappen ervan, zoals het vasthouden en doorlaten van water.
  • De waterhuishouding (kwaliteit en hoeveelheid) bepaalt welke planten er groeien, of veen wordt gevormd en de structuur van het veen.
  • De veenstructuur en de vorm van het veenpakket bepalen hoe het water in het hoogveen stroomt en hoe stabiel de waterstand is.

Deze onderlinge verbanden betekenen ook dat als één van de onderdelen verandert, de andere onderdelen ook veranderen. Niet perse meteen, maar op den duur onvermijdelijk. Een goed functionerend hoogveen kan zichzelf in stand houden.

 

Veenmossen en veen bepalen de waterbalans

 

Een levend hoogveen kan als neerslaggevoed, nat en veenvormend ecosysteem alleen bestaan bij de gratie van een jaarlijks neerslagoverschot. Gedurende een groeiseizoen is in Nederland meestal sprake van een neerslagtekort. Dit tekort moet worden gecompenseerd door het neerslagoverschot in het voorafgaande winterseizoen. Een levend hoogveen moet daarvoor dus een voldoende groot deel van dat neerslagwater kunnen vasthouden. De levende laag veenmossen en het veenpakket dat zij vormen, speelt daarin een cruciale rol, doordat daarin water kan worden vastgehouden en niet wegzakt in de ondergrond. Bij het herstel van hoogvenen heeft het herstel van de waterbalans en de veenmossen dus hoogste prioriteit.

 

Voedingsstoffen

 

In ongestoord, door regenwater gevoed hoogveen is de beschikbaarheid van de voedingsstoffen stikstof (N) en fosfor (P) erg laag, maar de hoogveenplanten zijn daaraan aangepast. Ze gaan er zuinig mee om, bijvoorbeeld door deze stoffen efficiënt te recyclen en lang te behouden door langlevende bladeren te produceren. Sommige hoogveenplanten boren alternatieve voedingsbronnen aan door insecten te vangen en te verteren, zoals Zonnedauw. Door hoge stikstofdepositie in Nederland is de beschikbaarheid van N echter veel hoger; dit heeft grote gevolgen voor de plantengroei en de fauna.

 

Bij de groei van planten in natte omstandigheden - met name veenmossen - is de beschikbaarheid van koolstof (C) ook beperkend voor een de groei. In een hoogveen wordt C echter, net als N en P, efficiënt gerecycled. Veenmossen zijn voor hun groei daarom niet geheel afhankelijk van atmosferische koolstof, maar kunnen ook koolstof gebruiken dat vrijkomt bij de afbraak van het onderliggende veen.