Herstel hydrologie op landschapsschaal
Voor herstel van hoogveen is een goede waterhuishouding van het gebied noodzakelijk. Voor herstel van de kern en randen moet de hydrologie tenminste intern op orde zijn, maar voor het herstel van een compleet hoogveenlandschap moet de gehele hydrologie van het gebied zelf én de omgeving worden hersteld.
Samenhang interne en externe hydrologie
Of naast herstel van de interne hydrologie (lokale vernatting), herstel van gradiënten mogelijk is op hun oorspronkelijke locatie in het landschap, of rondom de huidige randen van het restant waar zo’n gradiënt vroeger niet aanwezig was, kan vastgesteld worden door analyse van de geohydrologische situatie van de wijdere omgeving. De methode voor de uitvoering van Landschapsecologische Systeemanalyses (LESAs, Van der Molen et al. 2010) geeft daarvoor goede handvatten. Op basis van analyse van historische kaarten, bestaand reliëf, grondwaterstanden en –stroming en bodemtype –eventueel aangevuld met de bestaande of historische samenstelling van de vegetatie- kan een inschatting gemaakt worden van de mogelijkheden en onmogelijkheden voor herstel van een randzone of een lagg. Voor alle op de waterhuishouding gerichte maatregelen geldt in elk geval de vraag in welke mate ze een gewenst effect zullen hebben op de hydrologische omstandigheden binnen het reservaat.
Bufferzones
Interne maatregelen, zoals dempen of afdammen van sloten en greppels en compartimenteren zullen vooral de grondwaterstroming en waterberging binnen het reservaat beïnvloeden. Uiteraard is hier een verband met de waterhuishouding van het reservaat als geheel. Bij externe maatregelen als bufferzones is een verband niet altijd gemakkelijk vast te stellen. Ze zijn bedoeld om de wederzijdse hydrologische beïnvloeding van reservaat en omgeving te beperken. Een hydrologische bufferzone stimuleert de ontwikkeling van een hoogveenreservaat door zijn afhankelijkheid van hydrologische invloeden uit de omgeving te verminderen. Het gaat hierbij vooral om het verminderen van waterverliezen via wegzijging. De grootte van de bufferzone is afhankelijk van de geohydrologische situatie waarin het hoogveenrestant zich bevindt en van de eigenschappen van het resterende veenpakket. Die zijn bepalend voor de effectiviteit van hydrologische bufferzones en de wijze van inrichting van bufferzones.