Voedingsstoffen

 

In ongestoord, door regenwater gevoed hoogveen is de beschikbaarheid van stikstof (N) en fosfor (P) erg laag, maar de hoogveenplanten zijn daaraan aangepast. Ze gaan er zuinig mee om, bijvoorbeeld door deze stoffen efficiënt te recyclen en lang te behouden door langlevende bladeren te produceren. Sommige hoogveenplanten boren alternatieve voedingsbronnen aan door insecten te vangen en te verteren, zoals Zonnedauw en Blaasjeskruid doen. Door de de lage beschikbaarheid van N is de plantengroei beperkt. Door hoge stikstofdepositie in Nederland is de beschikbaarheid van N echter veel hoger; dit heeft grote gevolgen voor de plantengroei en de fauna.

 

Bij de groei van planten - met name veenmossen - speelt ook de beschikbaarheid van koolstof (C) een belangrijke rol. Concentraties van beschikbaar C zijn onder natte omstandigheden in hoogvenen te laag voor een optimale fotosynthese. In een hoogveen wordt C echter, net als N en P, efficiënt gerecycled. Veenmossen zijn voor hun groei daarom niet geheel afhankelijk van atmosferische koolstof, maar kunnen ook koolstof gebruiken dat vrijkomt bij de afbraak van het onderliggende veen.

Blad van Zonnedauw, waarmee deze plant insecten kan vangen en zo voor extra voeding zorgt in de van nature zeer voedselarme situatie van hoogvenen.