Herstelstrategie hoogvenen

 

Hoogvenen herstellen - en zeker wanneer er mogelijkheden voor herstel op meso- of macroschaal bestaan - vergt het zo goed mogelijk herstellen van de processen die sturend zijn in het op gang brengen van de veenvorming en de verdere ontwikkeling van het systeem, inclusief de gradiënten en de soorten die daarin thuis horen. Bij het uitwerken van een herstelstrategie voor hoogvenen moeten belangrijke keuzes worden gemaakt en zijn er verschillende valkuilen te ontwijken. In het kader van een LIFE Nature project is met de kennis en ervaring van terreinbeheerders en onderzoekers uit verschillende Europese landen het onderstaande stappenplan ontwikkeld, genaamd PROMME.

  

PROMME: een handvat voor de gestructureerde aanpak van herstelprojecten

 

Problemen (Problems)

Definieer de problemen van het gebied in termen van achteruitgang of verdwijnen van planten- en diersoorten. Wees zo volledig mogelijk en besteed aandacht aan verschillende schaalniveaus (standplaats - landschap) en diverse planten- en diergroepen. Gebruik daarbij referentie in tijd (historische situatie) of ruimte (meer intacte situatie elders in binnen- of buitenland).

 

Oorzaken (Reasons)

Identificatie van de biologische, hydrologische en chemische sleutelprocessen die geleid hebben tot de achteruitgang van soorten. Besteed aandacht aan verschillende disciplines en aan condities en processen zowel binnen als buiten de grenzen van het natuurgebied. Voer waar nodig onderzoek uit om belangrijke kennisleemten met betrekking tot het vroegere en huidige functioneren van het gebied in te vullen.

 

Doelen (Objectives)

De instandhoudingsdoelen voor N2000-gebieden zijn geformuleerd. Bij het formuleren van doelen is het van belang deze te specificeren naar planten- en diersoorten en gemeenschappen om inzicht te krijgen in de vereiste terreincondities. Omschrijf de mogelijke en gewenste ontwikkelingsroutes en besteed daarbij aandacht aan de sturende processen, mate van herstel, schaal, perioden voor tussentijdse doelen en het voorkomen van soorten. Bedenk daarbij wat wel/niet mogelijk en realistisch is bij de huidige en verwachte nutriëntenbeschikbaarheid, grondwaterregime en terreinomvang.

 

Maatregelen (Measures)

Op basis van de geformuleerde doelen en analyse van het systeem (sturende processen, verschillende schaalniveaus; Van der Molen et al. 2010) wordt een combinatie van herstelmaatregelen in en buiten de gebiedsgrenzen geselecteerd. Omschrijf de effecten van afzonderlijke (bron- en effectgerichte) maatregelen en geef aan welke interactie er is tussen maatregelen; welke combinatie van maatregelen is optimaal voor het betreffende terrein met zijn huidige omstandigheden? Besteed daarbij ook aandacht aan tijdelijke of permanente neveneffecten van maatregelen of het uitblijven van maatregelen (ongewenste afname van niet-doelsoorten, ongewenste verstoring van het functioneren van het ecosysteem). Zorg voor afstemming van de combinatie, schaal, intensiteit en/of timing van maatregelen op de terreincondities en het voorkomen van soorten.

 

Monitoring

Bepaling van parameters die (gebrek aan) herstel van het ecosysteem en soorten aangeven en van de frequentie en periode van metingen. Start met de eerste metingen voordat met de maatregelen wordt begonnen, om de uitgangssituatie vast te leggen. Alleen dan kunnen de veranderingen als gevolg van de maatregelen in de toekomst goed worden gevolgd!

 

Uitvoering (Execution)

Uitvoering van allereerst de monitoring en daarna de gekozen maatregelen, volgens de gekozen fasering in tijd en ruimte. Tijdige, regelmatige terugkoppeling tussen monitoringresultaten, doelstelling en maatregelen gedurende de uitvoering van de herstelstrategie.

 

 

Leidraad voor verdere uitwerking van de herstelstrategie

 

Hieronder worden 6 fasen in de uitvoering van hersteltrajecten uitgewerkt volgens het bovenstaande PROMME-concept met vragen en aandachtspunten die uit de praktijkervaring en in dit onderzoek naar voren zijn gekomen. Het doorlopen van deze vragenlijst heeft als doel het gebied goed te analyseren en op basis van de relevante informatie in het hersteltraject de juiste stappen te zetten voor de betreffende gebiedssituatie. De lijst is bedoeld als leidraad bij de voorbereiding en uitvoering van herstelprojecten in en om hoogveenrestanten (overgenomen uit Van Duinen e.a. 2017: Duurzaam herstel van hoogveenlandschappen).

 

Welke problemen?

 

Huidige situatie hoogveenrestant en omgeving analyseren: welke problemen zijn er?

 

 

In welke mate is het hoogveensysteem gedegradeerd?

 

   

Wat voor type hoogveen is het (geweest)? (Restant van een komveen, of van een veel groter lenshoogveen?)

 

   

Welke delen van het vroegere hoogveenlandschap zijn verdwenen door ontginning of turfwinning? Alleen resten van hoogveenkern, of zijn nog delen van de vroegere gradiënt aanwezig?

 

   

Hoe functioneerde het hoogveensysteem vroeger? Hoe functioneert het nu en op welke schaal? (Een landschapsecologische systeemanalyse (LESA) en vergelijking met een referentiebeeld zijn hier nuttige instrumenten om de situatie helder in beeld te krijgen.)

 

 

Wat is de situatie nu in het hoogveenrestant?

 

   

Is actief hoogveen aanwezig? Waar gaat de ontwikkeling van de door veenmossen gedomineerde vegetatie goed? (richting vorming van een acrotelm, dus met bultvormende veenmossoorten) Waar niet?

 

   

Zijn (relict)populaties van karakteristieke flora en fauna aanwezig? Welke trends? Zijn ze beperkt tot onderdelen van het restant? Zijn het van nature soorten van de hoogveenkern, van gradiënten tussen kern en omgeving, van laggs?

 

   

Zijn storingssoorten (flora en fauna) aanwezig? Wat is de trend? (evt. per deelgebied)

 

 

Hoe stabiel zijn de waterstanden in het gebied (evt. deelgebieden)?

 

Welke oorzaken?

 

Wat zijn de oorzaken voor de geconstateerde problemen?

 

 

Zijn onderdelen van vroegere gradiënten vanuit de hoogveenkern naar de omgeving nog aanwezig (evt. ten dele; in mozaïek als gevolg van hoogveenexploitatie)? Of zijn deze door turfwinning en ontginning volledig verdwenen?

 

 

Is er teveel verlies van water?

 

   

Door turfwinning en ontginning grote hoogteverschillen ontstaan tussen het restveenpakket en de omgeving?

 

   

Verlies van water via watergangen (lateraal, wegzijging) en scheuren in het veenpakket? Waar in het gebied?

 

   

Verlies van water via wegzijging door dun veenpakket met te hoge doorlatendheid? Waar in het gebied?

 

   

Stroomt grond- of oppervlaktewater van buiten het reservaat naar binnen? Wat is de kwaliteit ervan? (chemische analyse, indicatie via vegetatie)

 

 

Welke herstelmaatregelen zijn tot nu toe genomen? Wat hebben die opgeleverd (hydrologie, vegetatie, fauna, andere ecosysteemdiensten)?

Wat is niet bereikt, maar werd wel nagestreefd?

 

 

Wat is de depositie van stikstof?

 

   

Liggen er belangrijke bronnen van emissie van stikstof in de buurt?

 

Welke doelen?

 

Welke doelen zijn er voor het gebied?

 

 

Welke zijn de reeds geformuleerde doelen? Verplichtingen, instandhoudingsdoelen, kernopgaven habitats en soorten Natura 2000? Beheerplan?

 

   

Zijn deze doelen realistisch?

 

   

Zijn de doelen voldoende concreet geformuleerd in termen van soorten en vegetaties? Of in termen van terreincondities en sturende processen? (niet in termen van uitvoering van maatregelen of alleen habitattype!)

 

   

Zijn verschillende doelen verenigbaar, of tegenstrijdig? Passend bij situatie van verschillende deelgebieden?

 

   

Welke maatregelen zijn nodig om de doelen te bereiken en zijn die mogelijk?

 

 

Zijn de doelen voldoende ambitieus?

 

   

Is meer mogelijk dan als doel is geformuleerd? Herstel van gradiënt, macro- of mesoschaal mogelijk in plaats van alleen herstel microschaal?

 

   

Wordt op termijn een -binnen de bestaande of toekomstige mogelijkheden- voldoende robuust systeem ontwikkeld?

 

 

Afwegen van mogelijkheden en belemmeringen bij doelstelling (krachtenveldanalyse)

 

   

Is herstel op macroschaal mogelijk (welke aspecten wel/niet)? Of alleen mesoschaal (functionerende hoogveenkern)? Of alleen microschaal (ontwikkeling kerntjes actief hoogveen)?

 

     

(On)mogelijkheden voor herstel van gradiënten of randzones tussen hoogveenrestant en omringend landschap (=macroschaal)

 

     

Vaststellen door uitvoering LESA (zie methodiek LESA, Van der Molen e.a. 2010)

 

     

Hoe functioneerde het veen(landschap) vroeger?

 

     

Welke degradatie is opgetreden en hoe functioneert het nu?

 

     

Referenties gradiënten gebruiken ter inspiratie: beschrijvingen van historische en buitenlandse voorbeelden intacte situaties of leren van herstel in andere binnen/buitenlandse restanten

 

     

Welke soorten van gradiënten zijn aanwezig? Hoe gaan die reageren op maatregelen? Voor welke soorten kunnen kansen gecreëerd worden?

 

   

Wat zijn de doelstellingen vanuit beleid (instandhoudingsdoelstellingen) en beheer (beheerplan)?

 

     

Gaan (hoogveen)doelen in reservaat ten koste van bestaande natuurwaarden? Is dit te voorkomen door bijv. randzones tijdig in te richten, zodat soorten van natuurlijke randzones daar hun natuurlijke leefomgeving kunnen vinden?

 

   

Wat is het bestaand en toekomstig gebruik van de omgeving?

 

     

Welke ingrepen in de hydrologie van de omgeving hinderen momenteel het hoogveenherstel: grondwateronttrekking, drainage, waterkwaliteit toestromend grond- of oppervlaktewater?

 

     

Welke mogelijkheden zijn er voor de reductie van stikstofdepositie in het gebied?

 

     

Welke mogelijkheden zijn er voor een buffer- of randzone? (verwerving gronden, functieverandering)

 

Welke maatregelen?

 

Welke maatregelen zijn nodig om de doelen te bereiken?

 

 

Vaststellen noodzaak hydrologische ondersteuning door bufferzone om hoogveendoelstelling te kunnen realiseren.

 

   

Is ondersteuning nodig voor herstel op microschaal: veenvorming en acrotelm in compartimenten in het restant? Is daarbij een bufferzone nodig voor hydrologische stabiliteit?

 

   

Is ondersteuning nodig en mogelijk voor herstel op mesoschaal: realiseren duurzaam functionerende hoogveenkern met acrotelm over grote oppervlakte? Vereist dit een groter gebied dan het bestaande restant?

 

 

Uitwerking van benodigde ingrepen op hoofdlijnen.

 

   

Welke interne maatregelen zijn noodzakelijk om in het hoogveenrestant gunstige omstandigheden te creëren voor de ontwikkeling van veenmossen en een acrotelm?

 

     

Constructie van compartimenten? Verbeteren samenhang compartimenten door peilverschillen te verkleinen en water beter in het restant vast te houden?

 

     

Opheffen van bestaande ontwatering door dempen of verondiepen van watergangen?

 

     

Is verwijderen van bomen gewenst?

 

 

 

 

Om de verdamping te verminderen en zo de waterbalans te verbeteren?

Om meer licht en een beter microklimaat voor veenmos-gedomineerde vegetatie en fauna te krijgen?

Om minder stikstof in te vangen in het gebied?

 

     

Wat zijn de (neven)effecten van deze maatregelen op flora en fauna?

 

   

Welke externe maatregelen zijn nodig voor het realiseren van de doelen op micro-, meso- en/of macroschaal?

 

   

Indien een bufferzone nodig is: Waar moet deze liggen?

 

   

Hoe groot moet de bufferzone zijn?

 

   

Hoe bufferzone inrichten? Wat zijn de vereisten of randvoorwaarden?

 

     

Welk waterpeil en hoe dit te handhaven (inlaat water?)

 

     

Kades bouwen of waterpartij graven?

 

     

Wat is de rol van bestaande ontwatering in de bufferzone?

 

     

Wat is de rol van bomen in de bufferzone of de rand van het gebied?

 


 

Waar is welke gradiënt te realiseren vanuit het hoogveen naar de nutriëntenrijkere en/of drogere omgeving?

 

     

Analyse van de geohydrologische situatie: Wat is (on)mogelijk gezien de grond- en oppervlaktewaterdynamiek en -kwaliteit, bodemtype en bodemkwaliteit?

 

     

Analyse randvoorwaarden voor soorten en vegetatietypen: Wat hebben (doel)soorten nodig?

 

     

Hoe omgaan met gevolgen van landbouwverleden (nutriëntenrijkdom, ontwatering)?

 

     

Analyse economische aspecten: betaalbaarheid, betrokkenheid omwonenden, paludicultuur als optie (tijdelijk of permanent)

 

   

Meenemen van omwonenden/belanghebbenden in inrichtingsplannen.

 

   

Bij inrichting rekening houden met voorkomen van ongewenste neveneffecten (wateroverlast, steekmuggen, knutten)

 

   

Opstellen van de planning en koers: Wanneer zijn welke (tussen)doelen te realiseren?

 

 

Keuze van maatregelen voor de inrichting.

 

 

Keuze van maatregelen voor (vervolg)beheer.

 

   

Welke technieken zijn beschikbaar?

 

   

Benut ervaringen van eerdere maatregelen of elders.

 

Hoe monitoren?

 

Hoe meten en monitoren we de voortgang en mate waarin de doelen bereikt worden?

 

 

Welke indicatoren kies je om het herstel en de kwaliteit van het gebied te monitoren, en waarom?

 

 

Hoe meet en monitor je deze indicatoren?

 

   

Welke methoden en technieken zijn daarvoor voorhanden? (consequent doorvoeren gedurende hersteltraject)

Bepaal en onderbouw de keuze voor het:

 

 

   

Meetnet

 

 

   

Meetfrequentie

 

   

Kwaliteitscontrole

 

   

Databeheer

 

   

Interpretatie

 

Hoe leg je de uitgangssituatie vast, en wanneer is dat voldoende?

 

 

Evalueer de resultaten, in relatie tot de oorspronkelijke doelstellingen. Neem zo nodig aanvullende maatregelen.

 

Hoe uitvoeren?

 

Uitvoering van de monitoring en maatregelen

 

 

Uitvoeringsaspecten (ervaring van terreinbeheerders én uitvoerders)

 

   

Technieken en machines: benut eerdere ervaringen binnen gebied en elders.

 

   

Beleid: wanneer zijn welke vergunningen nodig?

 

   

Financiën

 

 

   

Planning/doorlooptijd

 

   

Fasering van maatregelen in tijd en ruimte volgens plan, evt. bijstellen aan de hand van monitoringsresultaten

 

 

Monitoring en evaluatie: regelmatige terugkoppeling naar doelstellingen gedurende de uitvoering en waar nodig bijstelling van onderdelen of timing van de herstelstrategie.